Inclusief voeden met moedermelk
Tijd om te lezen: 4 min.
Als je baby speciale behoeften heeft, is het wellicht niet mogelijk om hem aan te leggen, maar er zijn vele andere manieren om hem je moedermelk te geven
Borstvoeding vergt behoorlijk wat inspanning van je baby. Telkens wanneer je baby aan de borst drinkt, werken 40 spieren in zijn lippen, tong, kaak en wangen en zes hersenzenuwen1 samen om het zuigen, slikken en ademen aan te sturen en te coördineren.
Als je baby een aangeboren aandoening, handicap of ziekte heeft die een of meerdere van deze spieren of zenuwen beïnvloedt, kan het gebeuren dat hij niet aan de borst kan drinken. Of hij drinkt wel, maar heeft moeite om voldoende melk in te nemen. Dat betekent echter niet dat hij niet kan profiteren van alle voordelen van je moedermelk. De beschermende en gezondheidsbevorderende eigenschappen van moedermelk kunnen in feite zelfs nog belangrijker zijn als je baby speciale behoeften heeft.
"Moedermelk bevat veel immunologische en ontstekingsremmende stoffen, groeifactoren en levende cellen", verklaart dr. Katsumi Mizuno, professor interne kindergeneeskunde bij het Koto Toyosu-ziekenhuis van de Showa University. "Het is belangrijk om moedermelk te geven aan een baby met speciale behoeften om infectieziekten te voorkomen en optimale voeding te bieden."
"Baby's met aangeboren en neurologische aandoeningen lopen mogelijk een grotere kans op ziekten van de luchtwegen2,3, oorontstekingen4 en spijsverteringsziekten5, en hebben vaker chirurgie nodig. Je moedermelk levert een effectieve bijdrage aan het voorkomen van infecties en het bevorderen van genezing",6 zegt dr. Mizuno.
Gespleten lip en/of gespleten gehemelte
Een baby met een gespleten lip is wellicht niet in staat om rond je borst een afdichting te vormen tijdens het voeden, hoewel een lactatiekundige of borstvoedingsspecialist je technieken kan leren die kunnen helpen. Vaak zijn baby's met een gespleten gehemelte niet in staat om de zuigkracht te genereren die voor borstvoeding nodig is.7
Vroeggeboorte
Als je baby vroeg is geboren, heeft hij mogelijk nog niet de spierkracht en coördinatie die nodig zijn om efficiënt aan de borst te drinken. Lees meer over moedermelk geven aan je premature baby.
Het syndroom van Down en andere trisomieafwijkingen
Baby's met het syndroom van Down missen mogelijk de spierspanning en mond- en tongcoördinatie die nodig zijn om effectief aan de borst te drinken.8 Andere trisomieafwijkingen, zoals het syndroom van Edwards en het syndroom van Patau, leiden ook vaak tot complexe voedingsproblemen.
Neurologische afwijkingen
Neurologische afwijkingen (aandoeningen van de hersenen, wervelkolom of zenuwen) veroorzaken vaak hypotonie – de medische benaming voor een verminderde spierspanning. Cerebrale parese,9 hydrocefalus (waterhoofd), asfyxie bij de geboorte, spina bifida (open rug), neonatale beroerte, misvormingen van de hersenen en hypoxische ischemische encefalopathie zijn allemaal aandoeningen die voedingsmoeilijkheden kunnen veroorzaken.
Syndroom van Pierre Robin
Dit veroorzaakt een veel kleinere onderkaak, vaak in combinatie met een gespleten gehemelte en een achterin de mond liggende tong, waardoor borstvoeding bijna onmogelijk wordt.10
Mond-/kaakchirurgie
Door operaties aan de mond, tong of kaak van je baby kan hij bij de borstvoeding een tijdje pijn of ongemak ervaren.
De eerste stap is om je melkproductie op gang te brengen, zodat je genoeg hebt voor je baby, ongeacht hoe hij of zij gevoed wordt. Als je baby niet meteen aan de borst kan drinken, is het belangrijk om zoveel mogelijk van je melk te verzamelen door regelmatig te kolven. Door je melkproductie in een vroeg stadium op gang te brengen en op te bouwen, zorg je voor voldoende melk om aan je baby te geven, nu en in de toekomst.
Ongeveer acht keer per 24 uur dubbel afkolven wordt aanbevolen, omdat dit de beste kans biedt om een goede melkproductie op te bouwen.11 Vraag een lactatiekundige of borstvoedingsspecialist om ondersteuning en advies.
"De eerste paar maanden stond mijn leven in het teken van kolven. Ik zette 's nachts de wekker en stond elke drie uur op om te kolven", herinnert Catherine, moeder van twee, uit Nieuw-Zeeland, zich. "Vanwege zijn gespleten gehemelte kon Michael niet zuigen, dus gebruikten we een speciale knijpfles. Ik moest hem steeds in het oog houden terwijl hij dronk, omdat hij als ik wegkeek misschien zou zijn gestikt of ik zou geen melk uit zijn neus hebben zien komen, wat hem van streek maakte."
"Ik kreeg erg veel steun van online hulpgroepen voor moeders die uitsluitend kolven. Het lukte me om zijn voedingen zeven maanden lang af te kolven, wat ik met liefde heb gedaan!"
Bij sommige baby's kan het nodig zijn om ze eerst op een andere manier te voeden, tot ze kunnen leren om aan de borst of uit een flesje te drinken. Een voedingssonde kan worden gebruikt om melk rechtstreeks in je baby's maag te voeden. De sonde kan door zijn professionele zorgverleners in de neus of mond van de baby worden aangebracht. Zodra de baby in staat is om op een andere manier gevoed te worden, wordt de sonde verwijderd.
Als je baby kan slikken maar niet aan de borst kan drinken, kun je het advies krijgen om alternatieve manieren van voeden te proberen. "Methoden zoals vingervoeden, waarbij de baby melk inneemt uit een voedingssonde of siliconen fingerfeeder aan de vinger van de ouder, kunnen doeltreffend zijn bij baby's met een neurologische stoornis. Ook kan een special needs feeder voor de baby makkelijker zijn", legt dr. Mizuno uit. "Het hangt in feite van de baby af. Andere baby's kunnen weer een voorkeur hebben voor cupvoeding."
"Cupvoeding is vaak de voorkeursmethode en ook veiligste methode, als borstvoeding niet mogelijk is", vervolgt dr. Mizuno. "Het kan ervoor zorgen dat je langer borstvoeding kunt geven nadat je uit het ziekenhuis bent ontslagen, hoewel je in eerste instantie wellicht wat langer in het ziekenhuis moet blijven. Een aanzienlijke hoeveelheid melk kan tijdens het voeden met een cup worden gemorst,12 dus als de melkinname precies wordt geregeld, moet de eventueel gemorste melk worden gemeten."
Sarah, moeder van twee, uit het Verenigd Koninkrijk, deelt haar ervaringen: "Onze oudste dochter heeft complexe behoeften, onder meer door cerebrale parese. Ze dronk eerst goed aan de borst, maar op dag drie werd ze ernstig ziek en vanaf toen tot twee maanden werd ze via een nasogastrische sonde gevoed met afgekolfde moedermelk. Terwijl ze in het ziekenhuis was, kolfde ik elke drie uur af."
Sarah's verhaal kende een positieve afloop. "Toen ze ongeveer acht weken oud was en haar gezondheid stabieler was, hebben we rechtstreekse borstvoeding opnieuw geïntroduceerd met ondersteuning van een specialist en ze pikte het makkelijk weer op. Bij twaalf weken, toen we haar mee naar huis namen, dronk ze uitsluitend aan de borst."
"Toen zoveel mensen betrokken waren bij de zorg voor onze baby, gaf het afkolven van melk me het gevoel dat ik een doel en bijzondere rol had en dat hielp me om door te gaan in een ongelooflijk moeilijke tijd."
Is je baby met speciale behoeften fysiek in staat is om aangelegd te worden, blijf je borst dan regelmatig aanbieden in aanvulling op eventuele andere voedingsmethoden. Zelfs als je baby niet echt melk uit de borst drinkt, kan dit 'niet-voedend zuigen' je baby troosten, kalmeren en hem of haar een veilig, warm en liefdevol gevoel geven. Het stelt je baby ook in staat om het zuigen te oefenen, wat het makkelijker kan maken om later over te gaan op uitsluitend borstvoeding geven.
Als je baby wel wat melk uit de borst kan drinken, maar niet zoveel dat hij op die manier voldoende voeding inneemt, raadpleeg dan een zorgprofessional over hoeveel afgekolfde melk je baby nodig heeft en de beste manier om hem die melk te geven. Een borstvoedingshulpset is een manier om je baby afgekolfde melk te geven terwijl je hem borstvoeding geeft, maar je kunt ook een van de hierboven genoemde hulpmiddelen uitproberen.
Als je baby herstellende is van een mond-/kaakoperatie – bijvoorbeeld aan een gespleten lip of gehemelte – kan de baby een tijdje ongemak ervaren tijdens de borstvoeding. Bied de borst aan in aanvulling op andere voedingsmethoden, omdat zelfs niet-voedend zuigen een troostend effect heeft en onderzoeken aantonen dat het de baby kan helpen om met pijn om te gaan.13
"Ik kreeg van veel mensen te horen dat mijn zoon niet aan de borst zou kunnen drinken door zijn gespleten lip. Dat deed hij juist heel goed, maar zijn aanhappen deed mijn tepels pijn", herinnert Nicola, moeder van drie, uit het Verenigd Koninkrijk, zich. "Na zijn operatie was het eerst pijnlijk voor hem, maar hij herstelde snel. Bij het aanleggen was er een grote verandering merkbaar en we moesten er allebei even aan wennen, maar al gauw dronk hij opnieuw goed aan de borst en we zijn er mee doorgegaan tot hij een jaar oud was."
1. Walker M. Breastfeeding management for the clinician. 4th edition. Burlington, MA, USA: Jones & Bartlett Publishers; 2016. 738 p.
2. Seddon PC, Khan Y. Respiratory problems in children with neurological impairment. Arch Dis Child. 2003;88(1):75-78.
3. Proesmans M. Respiratory illness in children with disability: a serious problem?. Breathe. 2016;12(4):e97.
4. Zeisel SA, Roberts JE. Otitis media in young children with disabilities. Infants Young Child. 2003;16(2):106-119.
5. González DJ et al. Gastrointestinal disorders in children with cerebral palsy and neurodevelopmental disabilities. An Pediatr (Barc). 2010;73(6):361.
6. Salvatori G et al. Human milk and breastfeeding in surgical infants. Breastfeed Med. 2014;9(10):491-493.
7. Reilly S et al. ABM Clinical Protocol# 17: Guidelines for breastfeeding infants with cleft lip, cleft palate, or cleft lip and palate, Revised 2013. Breastfeed Med. 2013;8(4):349-353.
8. Thomas J et al. ABM Clinical Protocol #16: Breastfeeding the Hypotonic Infant, Revision 2016. Breastfeed Med. 2016;11(6).
9. Wilson EM, Hustad KC. Early feeding abilities in children with cerebral palsy: a parental report study. J Med Speech Lang Pathol. 2009:nihpa57357.
10. Nassar E et a. Feeding-facilitating techniques for the nursing infant with Robin sequence. Cleft Palate Craniofac J. 2006;43(1):55-60.
11. Kent JC et al. Principles for maintaining or increasing breast milk production. J Obstet Gynecol Neonatal Nurs. 2012;41(1):114-121.
12. Dowling DA et al. Cup-feeding for preterm infants: mechanics and safety. J Hum Lact. 2002;18(1):13-20.
13. Harrison D et al. Breastfeeding for procedural pain in infants beyond the neonatal period. Cochrane Database of Syst Rev. 2014;10:CD11248
Artikelen die van belang kunnen zijn