Effectieve initiatie
Tijd om te lezen: 3 min.
Het krijgen van voldoende melkproductie is een indicator van de werkzaamheid van de interventies ter ondersteuning van een effectieve initiatie. De melkproductie is voldoende op gang gekomen wanneer binnen 14 dagen na de geboorte een volume wordt bereikt van ≥ 500 ml per dag. Dit is de sterkste voorspeller van voeding met melk van de eigen moeder (OMM) bij ontslag van de NICU naar huis. Als moeders in de NICU worden ondersteund om de lactatie effectief te initiëren, kunnen ze hun borstvoedingsdoelstellingen bereiken.
Het krijgen van voldoende melkproductie (coming to volume, CTV) verwijst naar het stadium tussen de secretoire activatie (het 'op gang komen' van de melkproductie) en het ontwikkelen van een minimaal dagelijks melkvolume van ongeveer 500 ml. Bij gezonde moeders die borstvoeding geven aan hun baby's, treedt dit doorgaans 4-7 dagen na de geboorte op.1
Het krijgen van voldoende melkproductie wordt gedefinieerd als het bereiken van een dagelijks melkvolume met een drempelwaarde van ≥ 500 ml op dag 14 na de geboorte.2-4
Het is aangetoond dat het bereiken van voldoende melkproductie binnen 14 dagen na de geboorte het beste voorspelt of een baby met melk van de eigen moeder (OMM) wordt gevoed bij ontslag uit de NICU.2 Bij moeders die minder dan 500 ml/dag produceren op dag 14, is de kans op langdurig voldoende melkproductie kleiner.2
Het krijgen van voldoende melkproductie kan, indien ondersteund met wetenschappelijk onderbouwde best practices, zoals vroeg en frequent afkolven5, dienen als kwaliteitsindicator voor het verbeteren van OMM-voedingen in de NICU.2
Door middel van wetenschappelijk onderbouwde best practices voor het monitoren van het krijgen van voldoende moedermelk kunnen moeders in de NICU (die afhankelijk zijn van een borstkolf) melkvolumes bereiken die vergelijkbaar zijn met die van moeders die uitsluitend borstvoeding geven.3,5,6
Het krijgen van voldoende moedermelk is de fase die in verband wordt gebracht met het grootste risico op suboptimale borstvoeding en vroegtijdig, ongepland afbouwen bij anderszins gezonde populaties. Moeders die geheel of gedeeltelijk afhankelijk zijn van een borstkolf lopen een aanzienlijk risico tijdens deze kritieke periode.3,7
Zodra een moeder voldoende melkproductie heeft gekregen, wordt er overgeschakeld van endocriene naar autocriene controle van de lactatie. De melksynthese wordt aan de borst geregeld en melkverwijdering is het primaire controlemechanisme voor de melkproductie.6,8
Het krijgen van voldoende melkproductie is een eenmalige gebeurtenis in het lactatietraject van de moeder.3,9 Naarmate de tijd verstrijkt, wordt het moeilijker om de melkproductie aanzienlijk te verhogen wanneer suboptimale interventies duiden op een vertraging in de secretoire activatie en melkvolumes < 500 ml tijdens deze kritieke periode van 14 dagen.4
Geef moeders een borstkolf met het INITIATE-programma totdat de secretoire activatie is bereikt. Schakel daarna over naar het MAINTAIN-programma om de borsten doeltreffend te legen en het opbouwen van melkvolume te ondersteunen.4,6
Instrueer moeders om de kolffrequentie en het kolfvolume gedurende de kritieke periode van 14 dagen bij te houden door een kolflogboek in te vullen.5
Informeer moeders over de minimale doelen voor het krijgen van voldoende melkproductie zodat ze vroegtijdig ondersteuning kunnen zoeken.4
Zorg voor regelmatige scholing van het personeel over de best practices op het gebied van lactatie om het krijgen van voldoende melkproductie te ondersteunen.
Train het personeel en informeer moeders dat het krijgen van voldoende melkproductie en het opbouwen van melkproductie grotere melkvolumes kunnen veroorzaken dan de huidige behoeften van de baby.13
Zorg dat de kolflogboeken dagelijks worden gecontroleerd.5,10,13
Integreer gespecialiseerde lactatieondersteuning voor als een moeder niet binnen 14 dagen na de geboorte ≥ 500 ml bereikt.
Stel vast bij welke moeders de melkproductie vertraagd (> 72 uur) op gang komt.
Verzamel gegevens over frequent afkolven met een gegevensverzamelingstool.
Bekijk de kolflogboeken en verzamel dagelijkse melkvolumes (ml/dag).
Controleer maandelijks de gegevens om het gemiddelde dagelijkse melkvolume gedurende de eerste 14 dagen na de geboorte te meten.
Identificeer ziekenhuispraktijken waardoor moeders mogelijk niet vroeg en frequent afkolven.
Stel factoren vast die bijdragen aan de vermindering van de frequentie en efficiëntie van het kolven, zoals de beschikbaarheid van dubbelzijdig kolven, borstschilden met de juiste maat, kolven voor thuisgebruik, tijd.
Communiceer bevindingen en aanbevelingen regelmatig aan alle afdelingen om de best practices te verbeteren en te behouden.
Artikelen die van belang kunnen zijn
1. Chen DC et al. Stress during labor and delivery and early lactation performance. Am J Clin Nutr. 1998; 68(2):335–344.
2. Hoban R et al. Milk volume at 2 weeks predicts mother's own milk feeding at Neonatal Intensive Care Unit discharge for Very Low Birthweight infants. Breastfeed Med. 2018; 13(2):135–141.
3. Meier PP et al. Which breast pump for which mother: An evidence-based approach to individualizing breast pump technology. J Perinatol. 2016; 36(7):493–499.
4. Meier PP et al. Evidence-based methods that promote human milk feeding of preterm infants: An expert review. Clin Perinatol. 2017; 44(1):1–22.
5. Spatz DL et al. Pump early, pump often: A continuous quality improvement project. J Perinat Educ. 2015; 24(3):160–170.
6. Meier PP et al. Breast pump suction patterns that mimic the human infant during breastfeeding: greater milk output in less time spent pumping for breast pump-dependent mothers with premature infants. J Perinatol. 2012; 32(2):103–110.
7. Spatz DL. Getting it right – the critical window to effectively establish lactation. Infant. 2020; 16(2):58–60.
8. Daly SE et al. Frequency and degree of milk removal and the short-term control of human milk synthesis. Exp. Physiol. 1996; 81(5):861–875.
9. Meier PP et al. Human milk in the neonatal intensive care unit. In: Family Larsson-Rosenquist Foundation, editor. Breastfeeding and breast milk - From biochemistry to impact: A multidisciplinary introduction. 1st ed. Stuttgart: Thieme; 2018.
10. UNICEF, WHO. Protecting, promoting and supporting breastfeeding: The baby-friendly hospital initiative for small, sick and preterm newborns. Geneva, New York: WHO; UNICEF; 2020. 42 p.
11. Prime DK et al. Simultaneous breast expression in breastfeeding women is more efficacious than sequential breast expression. Breastfeed Med. 2012; 7(6):442–447.
12. Sakalidis VS et al. Breast shield design impacts milk removal dynamics during pumping: A randomised controlled non-inferiority trial. Acta Obstet Gynecol Scand. 2020; 99(11):1561-1567.
13. Spatz DL. Innovations in the provision of human milk and breastfeeding for infants requiring intensive care. J Obstet Gynecol Neonatal Nurs. 2012; 41(1):138–143.