Effectieve initiatie
Tijd om te lezen: 3 min.
Als de baby niet aan de borst kan drinken, is het stimuleren van de borst van de moeder door regelmatig te kolven een wetenschappelijk onderbouwde interventie die de moeder helpt om voldoende melkvolumes voor de lange termijn te initiëren en op te bouwen.
Ten minste 8 keer of meer afkolven in 24 uur, inclusief nachtelijk kolven.
Als de baby niet aan de borst kan drinken, moet de moeder de borst stimuleren en regelmatig melk afkolven om de melkvolumes te initiëren, op te bouwen en in stand te houden.1
Tijdens de eerste dagen na de geboorte verhoogt frequente borststimulatie door zuigen of vacuüm2,3 de hormoonconcentraties en ondersteunt het het sluiten van de cellulaire verbindingen tussen de lactocyten en de overgang naar secretoire activatie na 72 uur (bekend als melk die 'op gang komt').4,5
Tijdens de kritieke periode van de eerste 14 dagen, wanneer moedermelk vaak wordt verwijderd (8 keer of meer per 24 uur), zijn de cellen die moedermelk produceren geprogrammeerd om de melkproductie te initiëren, op te bouwen en in stand te houden, zodat moeders de vereiste melkvolumes kunnen bereiken voor de behoeften van hun baby op de lange termijn.4
Afkolffrequenties moeten het patroon imiteren van een gezonde voldragen baby die borstvoeding krijgt. Daarom moeten afkolfsessies 8-12 keer per 24 uur plaatsvinden.6
Bied na ontslag uit het ziekenhuis ondersteuning aan moeders die afhankelijk zijn van de borstkolf.11
Verzamel gegevens over frequent afkolven met een gegevensverzamelingstool.
Bekijk de kolflogboeken en verzamel gegevens over de dagelijkse frequentie van het afkolven.
Controleer maandelijks de gegevens om de gemiddelde dagelijkse frequentie van het afkolven gedurende de eerste 14 dagen na de geboorte te meten.
Identificeer ziekenhuispraktijken waardoor moeders mogelijk niet frequent afkolven.
Stel factoren vast die bijdragen aan de vermindering van de frequentie en efficiëntie van het kolven, zoals de beschikbaarheid van borstkolven voor thuisgebruik, tijd enz.
Communiceer bevindingen en aanbevelingen regelmatig aan alle afdelingen om de best practices te verbeteren en te behouden.
1. Spatz DL et al. Pump early, pump often: A continuous quality improvement project. J Perinat Educ. 2015; 24(3):160–170.
2. Lussier MM et al. Daily breastmilk volume in mothers of very low birth weight neonates: a repeated-measures randomized trial of hand expression versus electric breast pump expression. Breastfeed Med. 2015; 10(6):312–317.
3. Meier PP et al. Supporting breastfeeding in the Neonatal Intensive Care Unit: Rush Mother's Milk Club as a case study of evidence-based care. Pediatr Clin North Am. 2013; 60(1):209–226.
4. Neville MC, Morton J. Physiology and endocrine changes underlying human lactogenesis II. J Nutr. 2001; 131(11):3005S-3008S.
5. Hoban R et al. Human Milk Biomarkers of Secretory Activation in Breast Pump-Dependent Mothers of Premature Infants. Breastfeeding Medicine. 2018; 13(5):352–360.
6. Spatz DL. Ten steps for promoting and protecting breastfeeding for vulnerable infants. J Perinat Neonatal Nurs. 2004; 18(4):385–396.
7. UNICEF, WHO. Protecting, promoting and supporting breastfeeding: The baby-friendly hospital initiative for small, sick and preterm newborns. Geneva, New York: WHO; UNICEF; 2020. 42 p.
8. Prime DK et al. Simultaneous breast expression in breastfeeding women is more efficacious than sequential breast expression. Breastfeed Med. 2012; 7(6):442–447.
9. Sakalidis VS et al. Breast shield design impacts milk removal dynamics during pumping: A randomised controlled non-inferiority trial. Acta Obstet Gynecol Scand. 2020; 99(11):1561-1567.
10. Takako H et al. Improving Human Milk and Breastfeeding Rates in a Perinatal Hospital in Japan: A Quality Improvement Project. Breastfeed Med. 2020; 15(8):538–545.
11. Bower K et al. "I Had One Job and That Was To Make Milk". J Hum Lact. 2017; 33(1):188–194.
Artikelen die van belang kunnen zijn