Tips voor kolven
Tijd om te lezen: 6 min.
Wanneer kun je beginnen je baby te voeden met afgekolfde moedermelk? Wat is de beste manier om dat te doen? En moet je je zorgen maken over 'tepelverwarring'? We beantwoorden al je vragen over voeden met afgekolfde melk
Als je baby gezond is en de borstvoeding goed gaat, is er geen noodzaak om overhaast te beginnen met het voeden van afgekolfde melk. In de eerste vier weken werken jullie samen aan het op gang brengen en opbouwen van je moedermelkproductie, terwijl je baby leert om efficiënt aan de borst te drinken. Hoewel we over beperkte gegevens beschikken,1 wordt aangenomen dat het onnodig introduceren van flesvoeding deze processen zou kunnen verstoren.
Maar als je pasgeboren baby om welke reden dan ook niet goed kan worden aangelegd of moeite heeft met zuigen, begin dan zo snel mogelijk na de geboorte met het afkolven van melk. Lees onze artikelen over het oplossen van problemen in de eerste week en het geven van moedermelk aan je premature baby of baby met speciale behoeften, voor meer adviezen en het verkrijgen van steun van je zorgprofessional.
Er is een breed aanbod aan door deskundigen ontworpen voedingssystemen die je kunnen helpen om afgekolfde melk aan je baby te geven, afhankelijk van jouw behoeften en die van je baby.
Als je pasgeboren baby afgekolfde melk nodig heeft, maar je wilt hem geen flesje aanbieden tot hij aan borstvoeding gewend is, zou je een baby cup kunnen gebruiken die ontworpen is voor kortdurend voeden. Hieruit kan je baby je afgekolfde melk drinken of oplikken – kijk uit voor morsen! Het is raadzaam om de eerste keer dat je de baby cup gebruikt een zorgprofessional bij de hand te hebben om zeker te zijn dat jij en je baby de cup op de juiste manier gebruiken.
Voor baby's die extra afgekolfde melk nodig hebben naast gewone borstvoeding kan een borstvoedingshulpset nuttig zijn. Dit is een dunne, flexibele voedingssonde die naast je tepel kan worden bevestigd om je baby afgekolfde melk te geven terwijl je hem borstvoeding geeft. Daardoor kan je baby langer aan de borst blijven, wat je borsten verder stimuleert om je melkproductie op peil te houden en ook helpt om de borstvoedingsvaardigheden van je baby te verbeteren. Dit kan nuttig zijn voor moeders met een lage melkproductie of met geadopteerde baby's of pleegkinderen.
Als je baby niet in staat is om de zuigkracht te genereren die nodig is voor de borstvoeding – door wellicht een handicap, erfelijke aandoening of zwakte – zou je een feeder kunnen proberen die speciaal ontworpen is voor baby's met speciale behoeften. Met zo'n feeder kunnen baby's die niet kunnen zuigen worden gevoed met gebruikmaking van lichte compressie.
Als de borstvoeding goed gaat en je hebt besloten dat het juiste moment is aangebroken om je baby een flesje afgekolfde melk te geven, volg dan deze tips:
Neem er de tijd voor
Wacht niet tot je naar een feest gaat of tot je eerste werkdag om het flesje bij je baby te introduceren. Probeer het enkele weken van tevoren eerst met een kleine hoeveelheid afgekolfde melk op een ontspannen, niet-gehaaste manier. Bouw het geleidelijk op tot je een volledige voeding afgekolfde moedermelk uit een flesje geeft.
Kies je moment
In het ideale geval is je baby wel alert, maar niet te hongerig op het moment dat hij voor de eerste keer een flesje afgekolfde melk krijgt, zodat hij zo ontspannen mogelijk is.
Delegeer voedingstaken
Omdat je baby aan je borst gewend is, kan hij verward of gefrustreerd raken wanneer je een flesje aanbiedt. Het kan makkelijker zijn als iemand anders het eerste flesje geeft, terwijl jij buiten de kamer blijft zodat je baby je niet kan zien of ruiken.
Niet te warm, niet te koud
De kans dat je baby de afgekolfde melk wil drinken, kan groter zijn als de melk ongeveer op lichaamstemperatuur is, 37 °C (98,6 °F).
Dippen en nippen
Probeer om de speen van het flesje in wat afgekolfde melk te dippen voor je het flesje aanbiedt, zodat je baby je moedermelk kan proeven en ruiken. Stimuleer vervolgens zachtjes de bovenlip van je baby met de speen om hem aan te moedigen zijn mond open te doen.
Correcte houding voor voeden met de fles
Voed je baby naar behoefte en houd hem half rechtop dicht tegen je aan. Voed je baby nooit met de fles als hij plat ligt en zet de baby niet rechtop met het flesje om verstikking te voorkomen. Laat je baby het tempo bepalen, met zoveel pauzes als hij nodig heeft – je kunt zelfs proberen om tijdens de voeding van kant te wisselen.
Wees geduldig
Maak je geen zorgen als je baby het flesje niet meteen aanneemt – er kunnen meerdere pogingen nodig zijn. Als je baby het flesje wegduwt of overstuur raakt, troost je hem en wacht je een paar minuten voordat je het opnieuw probeert. Als hij nog steeds niet uit het flesje wilt drinken, wacht je nog een paar minuten en geef je hem borstvoeding zoals normaal. Probeer het op een ander moment van de dag nog eens met het flesje.
Iedere baby is anders. Onderzoek toont aan dat onder baby's in de leeftijd van een tot zes maanden de ene baby slechts 50 ml tijdens een voeding inneemt, terwijl een andere maar liefst 230 ml drinkt. Begin met een flesje met ongeveer 60 ml en kijk dan of je baby meer of minder nodig heeft. Je zult er gauw achter komen hoeveel je baby gewoonlijk drinkt – maar zet hem nooit onder druk om het flesje leeg te drinken.
Reinig en desinfecteer je borstkolfset en flesjes altijd volgens de instructies en was je handen vóór het kolven, het hanteren van de melk of het voeden van je baby. Volg onze richtlijnen voor het veilig bewaren en ontdooien van je afgekolfde melk.
Om je melk op te warmen, plaats je het moedermelkflesje of -zakje gedurende enkele minuten in een kom met warm water of een verwarmer of laat je er warm kraanwater (max. 37 °C of 98,6 °F) over stromen. Warm moedermelk nooit op in de magnetron of bovenop een kachel.
Sommige moeders zijn bezorgd dat als ze te snel een flesje introduceren, hun baby gewend raakt aan de kunstmatige speen en moeite zal hebben om terug te gaan naar borstvoeding. Anderen maken zich zorgen over het tegenovergestelde: als ze hun baby niet in een vroeg stadium laten wennen aan een flesje, wil hij later misschien helemaal geen flesje aannemen. Deze twee problemen tezamen worden 'tepelverwarring' genoemd.
Experts zijn het niet eens over de vraag of tepelverwarring echt een probleem is.1 Het is zeker zo dat zuigen uit een gewone flesspeen die niet het creëren van een vacuüm vereist minder inspannend is voor een baby dan zuigen uit moeders tepel, omdat de melk makkelijker stroomt en de zwaartekracht meehelpt. En sommige baby's lijken een voorkeur te hebben voor ofwel de borst ofwel het flesje en laten het andere steeds links liggen. Maar veel baby's vinden het prima om tussen de twee te wisselen.
Als je nog steeds moeilijkheden ondervindt bij het voeden van je baby met afgekolfde moedermelk, praat dan eens met een lactatiekundige of borstvoedingsspecialist.
1. Zimmerman E, Thompson K. Clarifying nipple confusion. J Perinatol. 2015;35(11):895-899.
2. Geddes DT et al. Tongue movement and intra-oral vacuum of term infants during breastfeeding and feeding from an experimental teat that released milk under vacuum only. Early Hum Dev. 2012;88(6):443-449.
3. Segami Y et al. Perioral movements and sucking pattern during bottle feeding with a novel, experimental teat are similar to breastfeeding. J Perinatol. 2013;33(4):319-323.
4. Sakalidis VS et al. Oxygen saturation and suck-swallow-breathe coordination of term infants during breastfeeding and feeding from a teat releasing milk only with vacuum. Int J Pediatr. 2012;2012:130769.
Artikelen die van belang kunnen zijn