Tips voor borstvoeding
Tijd om te lezen: 4 min.
Wanneer je baby vast voedsel begint te eten, zou je kunnen denken dat hij geen moedermelk meer nodig heeft. Echter, langer dan zes maanden borstvoeding geven heeft voor jullie allebei talrijke voordelen
Is borstvoeding nog steeds belangrijk, nadat je de mijlpaal van zes maanden hebt bereikt? En hoelang moet je ermee doorgaan? De antwoorden verbazen je misschien wel, omdat de extra gezondheids- en ontwikkelingsvoordelen van borstvoeding – die vast voedsel en andere soorten melk niet kunnen bieden – vaak over het hoofd worden gezien.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert om twee jaar en langer borstvoeding te geven en dit geldt voor gezinnen over de hele wereld, niet alleen in ontwikkelingslanden.1
"Het is belangrijk om op te merken dat de WHO geen maximale borstvoedingsduur vaststelt",2 zegt dr. Leon Mitoulas, Head of Breastfeeding Research bij Medela. "In antropologisch opzicht zou borstvoeding gedurende tweeënhalf tot zeven jaar optimaal zijn.3 Echter, door culturele normen wordt er vandaag de dag in het algemeen op een veel jongere leeftijd gestopt met voeden aan de borst."
De aanbevelingen van de WHO worden ondersteund door recente resultaten van onderzoek naar de eerste 1.000 dagen van het leven van een kind, van de conceptie tot de tweede verjaardag.4 Dr. Mitoulas legt uit: "Wetenschappers hebben ontdekt dat de juiste voeding, naast andere factoren, gedurende deze tijd de meest ingrijpende invloed heeft op de groei en gezondheid op de lange termijn. Het bewijs toont onweerlegbaar aan dat borstvoeding unieke voordelen heeft gedurende die cruciale periode van 1.000 dagen."
"Borstvoeding kan worden beschouwd als voeding, geneesmiddel en een signaal in één",5 voegt hij daaraan toe. "En deze driedubbele voordelen blijven in elk geval langer dan twee jaar bestaan."
Zodra je baby rond de leeftijd van zes maanden vaste voeding begint te eten, zou je kunnen denken dat moedermelk alleen maar een 'drankje' is ter aanvulling. In feite is het tegenovergestelde waar: je baby krijgt slechts een piepklein deel van zijn calorieën en voedingsstoffen uit vaste voeding, wanneer hij deze voor het eerst begint te eten.
"De onbetwiste beste start voor baby's is om gedurende de eerste zes maanden uitsluitend borstvoeding te krijgen. Maar zelfs nadat je baby aanvullende soorten voedsel begint te eten, biedt moedermelk een aanzienlijke voedingswaarde", zegt dr. Mitoulas.
Een baby die uitsluitend borstvoeding krijgt, consumeert gemiddeld 750 tot 800 ml melk per dag. Tussen de leeftijd van negen en twaalf maanden kan hij nog steeds 500 ml per dag innemen, wat ongeveer de helft van zijn dagelijkse calorieën uitmaakt. Als hij 18 maanden is, drinkt hij waarschijnlijk ongeveer 200 ml per dag, wat 29% van zijn calorieën uitmaakt.6
Het is waar dat je baby na zes maanden andere soorten voeding nodig heeft voor voedingsstoffen die hij mogelijk niet uit je moedermelk of zijn eigen reserves krijgt, waaronder ijzer, zink en vitamine B en D.1,7 Maar zelfs in zijn tweede levensjaar biedt moedermelk aanzienlijke hoeveelheden andere essentiële voedingsstoffen, zo legt dr. Mitoulas uit:
"In dit stadium levert moedermelk ongeveer 43% van de eiwitten die een baby inneemt, 60% van zijn vitamine C, 75% van zijn vitamine A, 76% van zijn foliumzuur en 94% van zijn vitamine B12."8
Bewezen is dat doorgaan met borstvoeding geven na zes maanden de kans op ziekten in de kindertijd en als volwassene verlaagt en je baby helpt om sneller te herstellen, als hij of zij toch ziek wordt. En hoe langer je ermee doorgaat, hoe langer de bescherming duurt.
Borstvoeding beschermt je baby tegen infectie en ziekte in zo'n mate dat het zelfs wordt beschouwd als een soort 'gepersonaliseerd medicijn', met potentieel levenslange effecten", zegt dr. Mitoulas.
Er is bijvoorbeeld aangetoond dat langer dan zes maanden borstvoeding geven je baby beschermt tegen bepaalde soorten kinderkanker, zoals acute lymfatische leukemie en hodgkinlymfoom,9 de kans verlaagt op het ontwikkelen van diabetes type 1 en type 2,10 en leidt tot een kleinere kans op problemen met het gezichtsvermogen11, gebitsproblemen,12 en obesitas."13
Je moedermelk kan voor je baby ook zorgen voor een lager risico op diarree en misselijkheid,14 gastro-enteritis, verkoudheden en griep, spruw en keel- en longinfecties.9,15 Dat is vooral nuttig naarmate je kind ouder wordt en met andere kinderen speelt of naar de kinderopvang gaat, waar veel bacteriën kunnen voorkomen.
Borstvoeding kan ook levens redden, merkt dr. Mitoulas op: "De consequenties van het niet geven van borstvoeding tussen zes en 23 maanden kunnen desastreus zijn in landen met lage en gemiddelde inkomens, waar baby's die geen borstvoeding krijgen een twee keer zo grote kans lopen om aan een infectie te overlijden dan baby's die wel borstvoeding krijgen, al is het maar als gedeeltelijke voeding."16
En borstvoeding draait niet alleen om de voordelen van je melk, maar is ook fantastisch om je baby te koesteren en kalmeren. Niets troost een baby of peuter die overstuur is beter dan een borstvoedingssessie met moeder. Terwijl je baby groeit, helpt borstvoeding bij alles, van het doorkomen van de tandjes en inentingen tot de onvermijdbare builen, schrammen of virussen die je kind oploopt. Voor veel moeders kan borstvoeding een magisch hulpmiddel zijn.
Doordat je dicht bij je baby bent, meteen reageert op zijn behoeften en veel oogcontact met hem hebt, worden er ook signalen tussen jullie uitgewisseld. Wetenschappers denken dat die signalen van invloed zijn op veel aspecten van de ontwikkeling van je kind, van eetlust tot schoolprestaties. Hoe langer je borstvoeding geeft, hoe groter de kans op een nog positiever resultaat.
"Moedermelk bevat duizenden actieve moleculen", legt dr. Mitoulas uit. "Dat zijn onder meer enzymen die helpen om vetten te verteren17, hormonen die de eetlust reguleren18 en immuunmoleculen die de ontwikkeling van het immuunsysteem bevorderen.19
Wist je dat moedermelk een echt levende vloeistof is? Je baby drinkt iedere dag miljoenen tot miljarden levende cellen20 en daarvan zitten er duizenden in elke milliliter van je melk, waaronder stamcellen",21 zegt hij verder. "Elk van deze cellen heeft een specifieke taak in het gezond houden van je baby, en er wordt op dit moment onderzoek verricht naar hoe deze bestanddelen een baby ten goede komen tijdens langdurige borstvoeding."
Wat nu al bekend is, is dat langdurig borstvoeding geven een positief effect op het IQ van kinderen heeft. Onderzoeken hebben aangetoond dat kinderen die borstvoeding kregen consistent een voorsprong van drie IQ-punten hadden op degenen die nooit borstvoeding hadden gehad.22
Langer dan zes maanden borstvoeding geven is zelfs in verband gebracht met minder gedragsproblemen bij schoolgaande kinderen23 en een verbeterde psychische gezondheid bij kinderen en adolescenten.24
De gezondheidsclaims op de verpakking kunnen indrukwekkend lijken, maar er is voor je baby geen betere melk dan je eigen melk.
Geen enkele kunstmatige melk bevat alle antistoffen, levende cellen, groeifactoren, hormonen of nuttige bacteriën, noch de verzameling enzymen, aminozuren en micronutriënten die moedermelk bevat.25 Je melk past zich aan om je baby meer infectiewerende antistoffen en witte bloedcellen te geven als hij ziek is,26 iets wat kunstvoeding nu eenmaal niet kan doen. Lees Moedermelk versus kunstvoeding: hoe vergelijkbaar zijn ze? voor meer informatie.
Langer borstvoeding geven is niet alleen ideaal voor je baby, maar het is ook geweldig voor jou. Door na zes maanden door te gaan met borstvoeding geven, verlaag je je levenslange risico op het ontwikkelen van een hartaandoening,27 diabetes type 2,28 en borst-,29 eierstok-30 en baarmoederkanker."31 En moeders die borstvoeding geven, worden vaak maandenlang niet ongesteld, mogelijk zelfs twee jaar niet .32
"Veel moeders hebben een grote wens om weer op hun lichaamsgewicht van vóór de zwangerschap te komen", zegt dr. Mitoulas. "Eén onderzoek toonde aan dat de body mass index (BMI) van een moeder 1% lager is voor elke zes maanden dat ze borstvoeding geeft."24
Vergeet ook niet dat borstvoeding na zes maanden heel praktisch is. Je borsten produceren de juiste hoeveelheid melk op het juiste moment en je hoeft geen apparatuur of andere spullen mee te nemen als je je huis verlaat. Je kunt ook ondervinden dat je steeds meer voedt op tijden die in jouw schema passen, zoals vóór het werk, na het ophalen van je kind bij de kinderopvang en vóór het slapengaan. En zelfs als je weer aan het werk bent gegaan, kun je een borstkolf gebruiken om melk voor je baby af te kolven, zodat hij of zij profijt blijft hebben van de voordelen.
Met zo veel wetenschappelijk bewezen voordelen is het wellicht niet verbazingwekkend dat steeds meer moeders kiezen voor de 'natuurlijke speenleeftijd' en hun kind laten beslissen wat het juiste moment is om te stoppen.
1. World Health Organization. Health topics: Breastfeeding [Internet]. Geneva, Switzerland: WHO; 2018 [Accessed: 26.03.2018]. Available from: http://www.who.int/topics/breastfeeding/en/
2. Innocenti Research Centre. 1990–2005 Celebrating the Innocenti Declaration on the protection, promotion and support of breastfeeding: past achievements, present challenges and the way forward for infant and young child feeding. Florence: United Nations Children’s Fund; 2005. 38 p.
3. Dettwyler KA. When to wean: biological versus cultural perspectives. Clin Obstet Gyecol. 2004;47(3):712-723.
4. 1,000 Days. [Internet] Washington DC, USA; 2018. Available from: https://thousanddays.org
5. TED. TEDWomen: What we don’t know about mother’s milk [Internet]. New York, NY, USA: TED Conferences LLC; 2016. [Accessed 26.03.2018]. Available from www.ted.com/talks/katie_hinde_what_we_don_t_know_about_mother_s_milk/reading-list
6. Kent JC et al. Breast volume and milk production during extended lactation in women. Exp Physiol. 1999;84(2):435-447.
7. Kuo AA et al. Introduction of solid food to young infants. Matern Child Health J. 2011;15(8):1185-1194.
8. Dewey, KG. Nutrition, growth, and complementary feeding of the breastfed infant. Pediatr Clin North Am. 2001;48(1):87-104.
9. Bener A et al. Does prolonged breastfeeding reduce the risk for childhood leukemia and lymphomas? Minerva Pediatr. 2008;60(2):155-161.
10. Poudel RR, Shrestha D. Breastfeeding for diabetes prevention. JPMA. J Pak Med Assoc. 2016;66(9 Suppl 1):S88-90.
11. Singhal A et al. Infant nutrition and stereoacuity at age 4–6 y. Am J Clin Nutr. 2007;85(1):152-159.
12. Peres KG et al. Effect of breastfeeding on malocclusions: a systematic review and meta‐analysis. Acta Paediatr. 2015;104(S467):54-61.
13. Horta BL et al. Long‐term consequences of breastfeeding on cholesterol, obesity, systolic blood pressure and type 2 diabetes: a systematic review and meta‐analysis. Acta Paediatr. 2015;104(S467):30-37.
14. Howie PW et al. Protective effect of breast feeding against infection. BMJ. 1990;300(6716):11-16.
15. Ladomenou F et al. Protective effect of exclusive breastfeeding against infections during infancy: a prospective study. Arch Dis Child. 2010;95(12):1004-1008.
16. Sankar MJ et al. Optimal breastfeeding practices and infant and child mortality: a systematic review and meta‐analysis. Acta paediatr. 2015;104(S467):3-13.
17. Lönnerdal B. Bioactive proteins in breast milk. J Paediatr Child Health. 2013;49(S1):1-7.
18. Gridneva Z et al. Effect of human milk appetite hormones, macronutrients, and infant characteristics on gastric emptying and breastfeeding patterns of term fully breastfed infants. Nutrients. 2016;9(1):15.
19. Field CJ. The immunological components of human milk and their effect on immune development in infants. J Nutr. 2005;135(1):1-4.
20. Hassiotou F, Hartmann PE. At the dawn of a new discovery: the potential of breast milk stem cells. Adv Nutr. 2014;5(6):770-778.
21. Cregan MD et al. Identification of nestin-positive putative mammary stem cells in human breastmilk. Cell Tissue Res. 2007;329(1):129-136.
22. Victora CG et al. Breastfeeding in the 21st century: epidemiology, mechanisms, and lifelong effect. Lancet. 2016;387(10017):475-490.
23. Heikkilä K et al. Breast feeding and child behaviour in the Millennium Cohort Study. Arch Dis Child. 2011;96(7):635-642.
24. Oddy WH et al. The long-term effects of breastfeeding on child and adolescent mental health: a pregnancy cohort study followed for 14 years. J Pediatr. 2010;156(4):568-574.
25. Ballard O, Morrow AL. Human milk composition: nutrients and bioactive factors. Pediatr Clin North Am. 2013;60(1):49-74.
26. Hassiotou F et al. Maternal and infant infections stimulate a rapid leukocyte response in breastmilk. Clin Transl Immunology. 2013;2(4):e3.
27. Peters SA et al. Breastfeeding and the risk of maternal cardiovascular disease: a prospective study of 300 000 Chinese women. J Am Heart Assoc. 2017;6(6):e006081.
28. Horta BL et al. Long‐term consequences of breastfeeding on cholesterol, obesity, systolic blood pressure and type 2 diabetes: a systematic review and meta‐analysis. Acta Paediatr. 2015;104(S467):30-37.
29. Collaborative Group on Hormonal Factors in Breast Cancer. Breast cancer and breastfeeding: collaborative reanalysis of individual data from 47 epidemiological studies in 30 countries, including 50 302 women with breast cancer and 96 973 women without the disease. Lancet. 2002;360(9328):187-195.
30. Li DP et al. Breastfeeding and ovarian cancer risk: a systematic review and meta-analysis of 40 epidemiological studies. Asian Pac J Cancer Prev. 2014;15(12):4829-4837.
31. Jordan SJ et al. Breastfeeding and endometrial cancer risk: an analysis from the epidemiology of endometrial cancer consortium. Obstet Gynecol. 2017;129(6):1059-1067.
32. Howie PW. Breastfeeding: a natural method for child spacing. Am J Obstet Gynecol. 1991;165(6):1990-1991.
Artikelen die van belang kunnen zijn