5 uitdagingen bij borstvoeding na één maand

Nu jij en je baby een routine hebben opgebouwd en je weet wat je doet, kunnen moeilijkheden bij het geven van borstvoeding slechts een vage herinnering lijken. Maar je kunt nog steeds voor verrassingen komen te staan. Hier zijn mijn adviezen om eventuele borstvoedingsproblemen waar je mee te maken kunt krijgen aan te pakken.

Uitdaging 1: Ik kan niet altijd bij mijn baby zijn

Of het nu voor een sociale aangelegenheid, een reis of een medische behandeling is, je kunt op een bepaald moment een tijdje gescheiden moeten zijn van je baby die je borstvoeding geeft.

Oplossingen

Kolf melk af zodat iemand anders je baby kan voeden. Nu je het geven van borstvoeding onder de knie hebt, kun je je moedermelk afkolven en in de koelkast of vriezer bewaren. Je moet misschien wat experimenteren om binnen je routine het beste moment te vinden om te kolven - voor sommige moeders werkt het beter om in de ochtend te kolven, als hun baby langere tijd heeft geslapen. Voor anderen is 60 minuten na het geven van borstvoeding de beste tijd, maar vergeet niet dat iedereen anders is. Laat je niet ontmoedigen door de hoeveelheid die je de eerste keer afkolft - je moet waarschijnlijk twee of drie keer kolven, voordat je genoeg melk hebt voor één voeding. Net als met borstvoeding kan het even duren, voordat je lichaam zich aan het kolven heeft aangepast.
Neem een borstkolf mee voor het geval je een borstvoedingssessie mist. Ook als je melk voor je baby achterlaat, zul je melk moeten afkolven als je langer dan enkele uren weggaat. Kolf net zo vaak af als je normaliter borstvoeding zou geven om je productie op peil te houden en ongemak te voorkomen. Zorg dat je dit regelmatig gedurende de dag doet en voorkom dat je zo lang wacht dat je borsten vóór het kolven erg vol zitten. ¹ De meeste elektrische borstkolven werken ook op batterijen, dus in dat geval heb je geen stopcontact nodig.

Uitdaging 2: Hoe geef ik borstvoeding nu ik weer aan het werk ben?

Als je weer aan het werk gaat, ben je waarschijnlijk vaker gedurende langere perioden gescheiden van je baby. Dan is het des te belangrijker om een manier van borstvoeding geven en kolven te vinden die werkt voor jullie beiden. Zoals eerder gezegd, kun je voordat je weer aan het werk gaat een voorraad afgekolfde melk opbouwen en daarna regelmatig op het werk blijven kolven om je voorraad op peil te houden, ongemak te voorkomen en te zorgen dat je baby genoeg heeft voor de volgende dag. Op veel werkplekken is er een mogelijkheid om te kolven en moderne borstkolven zijn efficiënt en betrouwbaar. Als je full-time of part-time werkt, kun je je baby direct voor en na het werk, maar ook 's nachts borstvoeding geven.

Oplossingen

Kolf net zo vaak als je je baby zou voeden; dit zal je melkproductie op peil houden, maar ook ongemak voorkomen en het risico op verstopte melkkanalen, borstontsteking en stuwing verminderen. ¹
Probeer dubbelzijdig kolven. Naast het feit dat het de kolftijd halveert, verwijder je met dubbel kolven gemiddeld 18% meer melk dan wanneer je je borsten één voor één afkolft. Bovendien heeft de melk dan een hoger vet- en caloriegehalte.²
Stel een set samen met daarin een borstkolf, moedermelkbewaarzakjes en een beha voor handsfree kolven als je die wilt gebruiken, om mee te nemen naar het werk. Je hebt ook een koeltas nodig om de afgekolfde melk in te vervoeren.
Ken je rechten. In veel landen hebben werkende moeders wettelijk het recht om op het werk veilig moedermelk af te kolven en te bewaren. Bespreek de mogelijkheden om te kolven en een schema met je werkgever voordat je weer aan het werk gaat, zodat jullie hierop beiden voorbereid zijn.

Uitdaging 3: Ik denk dat mijn baby enkel zuigt om troost te vinden

Je voelt soms misschien dat je baby je tepel meer als speen gebruikt dan om melk te krijgen. Onthoud dat het geven van borstvoeding niet alleen om de voeding gaat, maar dat het je baby ook troost. 'Niet-voedend zuigen' (waarbij de baby aan de borst zuigt zonder daadwerkelijk melk te drinken) helpt je baby te kalmeren en zich te ontspannen. Houd er rekening mee dat frequentere of langere voedingssessies kunnen wijzen op een ontoereikende melkproductie, hoewel dit onwaarschijnlijk is als je baby zwaarder wordt en hij het te verwachten aantal natte en vieze luiers per dag produceert.

Oplossing

Wees geduldig. Je baby heeft jouw geruststelling nodig, dus ga daarin mee en geef je baby die steun. Deze periode van zuigen voor troost duurt normaal gesproken niet al te lang en helpt je baby om zich veilig en geliefd voelen – het beste wat je voor hem of haar kunt doen.

Uitdaging 4: Ik wil overstappen van gemengde voeding op uitsluitend borstvoeding.

Omdat moedermelk zo veel voordelen voor jou en de je baby heeft, is die overstap zeker het proberen waard, hoewel je een lage productie kunt hebben omdat je niet frequent borstvoeding hebt gegeven. Als je maar enkele weken gemengde voeding hebt gegeven, kun je je productie mogelijk verhogen – raadpleeg een lactatiekundige om je bij dit proces te begeleiden. Dit is een erg individueel traject dat van veel factoren afhankelijk is. Maar laat dat je niet ontmoedigen, want elke druppel moedermelk die je aan je baby geeft, is waardevol.

Oplossingen ^{1, 3}

Stimuleer je melkproductie. Moedig je baby aan om vaak aan de borst te drinken: hoe meer melk je baby drinkt, des te meer maak je aan. Je kunt ook wat vaker kolven, zoals hierboven wordt uitgelegd. Vooral dubbelzijdig kolven kan je helpen om je melkproductie verder te verhogen.
Zorg voor veel huid-op-huidcontact. Net als toen je baby net geboren was, bevordert hecht contact de aanmaak van het hormoon oxytocine, dat op zijn beurt de melkproductie stimuleert. Een extra voordeel is dat het jullie een rustig en ontspannen gevoel geeft.
Bouw de flesvoeding geleidelijk af. Laat je er niet toe verleiden om ineens te stoppen met het geven van flesvoeding. Als je na elke voeding aanvullende flesvoeding hebt gegeven, doe dat dan voortaan om de andere dag terwijl je je melkproductie opbouwt. Hou de luiers en de gewichtstoename van je baby gedurende deze overgangsperiode goed in de gaten. Misschien wil je baby in het begin vaker gevoed worden. Dat is volledig normaal.
Roep de hulp in van een lactatiekundige. Zij kan je de weg wijzen en je het vertrouwen geven dat je baby krijgt wat hij nodig heeft.

Uitdaging 5: Mijn baby heeft geen interesse meer in borstvoeding

Als je voorheen enthousiaste baby de borst zonder duidelijke reden de borst weigert, wordt dit een 'voedingsstaking' genoemd. Je denkt dan misschien dat je baby klaar is voor vast voedsel of dat jouw melk niet voldoende meer is voor je baby, maar dat is onwaarschijnlijk. Het kan zo zijn dat je baby meer afgeleid is door de wereld om hem heen, omdat zijn gezichtsvermogen zich aan het ontwikkelen is. Of misschien is je baby geschrokken tijdens een voeding of reageert hij op een veranderde routine, heeft hij een verstopte neus of pijnlijk tandvlees doordat zijn tandjes doorkomen. Misschien denk jij dat het een gebrek aan interesse is, maar het kan ook gewoon betekenen dat je baby beter wordt in het drinken aan de borst, waardoor het voeden minder lang duurt dan voorheen.

Oplossingen

Wees geduldig. Het kan enkele dagen duren, maar de meeste voedingsstakingen zijn maar tijdelijk. Zorg er in de tussentijd voor dat je baby voldoende voeding binnenkrijgt door afgekolfde melk te voeden.
Trek je terug op een plek met zo min mogelijk afleiding. Je baby heeft meer kans om goed aan de borst te drinken als hij zich kan concentreren en zich ontspannen voelt.
Controleer je borstvoedingshouding. Als je baby zich niet comfortabel voelt of zijn hoofd tijdens het voeden niet kan bewegen, kan hij je borst weigeren.
Houd je melkproductie op peil door te kolven. Je kunt je baby de afgekolfde moedermelk proberen te voeden door gebruik te maken alternatieve voedingssystemen voor moedermelk.
Introduceer geen flesvoedingen of vroege vaste voeding. Aanvullende flesvoedingen kunnen ervoor zorgen dat je melkproductie afneemt, wat de situatie erger maakt. Probeer je geen zorgen te maken zolang je baby regelmatig afgekolfde melk krijgt, goed groeit en naar behoren plast en ontlasting produceert. Introduceer geen vast voedsel als je baby jonger is dan zes maanden, omdat zijn kwetsbare spijsverteringsstelsel daar mogelijk nog niet klaar voor is.
Dwing borstvoeding nooit af. Probeer je samen met je baby te ontspannen en geniet van veel huid-op-huidcontact en knuffelen, bied je borst vaak aan en laat je baby zelf proberen aan te leggen. De extra oxytocine die je krijgt van dit knusse contact zal je ook helpen bij het afkolven van melk.⁴